“Rouw: wat je lichaam je vertelt als je hart breekt”

Op een dag overvalt het je: hartzeer.
Niet de romantische versie uit liedjes of films,
maar het rauwe, nietsontziende soort dat je uit je dagelijkse leven slingert.


Je verliest iemand.
Of iets.
Of je neemt een resolute beslissing: een scheiding, een afscheid dat niet meer terug te draaien is.
En wat overblijft, is een leegte die geen taal kent. En dan, rouw.

Rouw leeft in het lichaam

Die leegte nestelt zich niet alleen in je gedachten of emoties,
maar ook in je lichaam.
Je leven voelt zwaar, je ademhaling verkrampt,
je spieren spannen zich ongemerkt aan.

Je hele systeem raakt verzadigd met verdriet,
en wat niet in je ziel past, zoekt zijn weg naar de fysieke vorm.
Het lichaam wordt drager van het verlies.
De rouw tastbaar.

In de eerste periode na een breuk,
of het nu gaat om de dood van een geliefde,
het einde van een relatie of het verlies van toekomstbeelden,
lijkt het helen van een gebroken hart een onmogelijke opgave.
Alsof elk contact met het verdriet het risico met zich meebrengt
om verder kapot te gaan.

De scherven liggen te scherp, te dicht onder de huid.
En dus vermijd je het, schuif je het voor je uit,
verhul je het met drukte of schijncontrole.

Maar juist daar, in die ontregeling,
ligt een diepe uitnodiging.

Rouw volgt de wetten van bewustzijn

Want rouw, zoals alle grote emoties, wil niet opgelost worden.
Ze wil aangekeken worden.
Aangeraakt. Gevoeld.
En dat vraagt van ons iets wat in deze wereld niet vanzelfsprekend is, wat niet meer normaal is:
Vertragen. Stilvallen. Voelen.

De pijn die je het diepst snijdt,
is vaak de pijn die je het meest verandert.
Niet in één keer,
maar in spiralen, laag voor laag.

De eerste schok wordt langzaam een doffe, zeurende plek,
niet omdat de rouw minder is,
maar omdat jij leert bewegen met haar ritme.
Omdat je luistert.

En in dat luisteren ontdek je iets wonderlijks:
pijn kan een wegwijzer zijn.
Niet als straf, maar als toegang tot verzachting.

Tijd alleen heelt niet

Het idee dat tijd alle wonden heelt is hardnekkig,
maar niet volledig waar.
Tijd verzacht, ja,
maar alleen als jij bereid bent om werkelijk bij je verdriet te blijven.

Tijd die je vult met vermijden of verdringen,
heelt niets. Het gemis wordt alleen maar erger.

Het is je innerlijke aandacht die verschil maakt.
Je vermogen om te voelen,
om in je lijf te blijven,
om woorden te geven aan het onzegbare.
Dát is wat heling in gang zet.

Wat je dan nodig hebt: zachtheid

Niet de wollige, zoete zachtheid van clichés,
maar een radicale, krachtige mildheid.
De zachtheid die zegt:
je mag breken.
Je hoeft het niet allemaal te weten.
Je mag voelen.
Je hoeft het niet beter te maken,
je hoeft alleen maar te zijn bij wat er is.

Zachtheid is de grond waarop rouw kan ademen.
Het is de toestemming om mens te zijn,
ook in je verdriet.

Rouwen op jouw manier

Rouwen kent geen handleiding.
Er zijn geen vaste fasen,
geen stappenplan naar herstel.

Je rouwt op jouw manier.
In je eigen ritme.
Met je eigen kleine gebaren van herinnering.

Misschien is het een steen die je vasthoudt.
Een lied dat je blijft draaien.
De geur van een jas.
De gure wind om je huis.
Of het zachte tikken van regen op een raam.
Tekens die je even stil laten staan bij alles wat je voelt,
zonder het weg te duwen.

Drie gouden tips voor omgaan met rouw en hartzeer

1. Omarm het ongemak als richtingaanwijzer

Wanneer rouw of hartzeer zich aandient,
is het eerste instinct vaak: vermijden, oplossen, verklaren, of een pilletje erin.
Maar juist dát ongemak is een poort.
Een richtingaanwijzer naar binnen.

Durf stil te vallen en midden in je verdriet te blijven staan,
al is het maar een paar ademhalingen lang.
Wat je daar vindt, is rauw én kostbaar.
De pijn wijst naar wat je werkelijk hebt liefgehad.

2. Rouwen is ook lichamelijk, laat je lijf spreken

Verdriet leeft niet alleen in het hoofd,
maar in het lichaam.

In je kaken, je schouders, je buik.
Maak ruimte voor je lijf om te spreken:
via adem, via traan, via beweging.

Soms is een trilling, een rilling of een diepe zucht
al een vorm van heling.

Luister naar waar het stroomt of stokt.
Daar ligt informatie.
En bovenal: wees zacht voor het lichaam dat alles draagt.

3. Geloof in de terugkeer van liefde, op een nieuwe manier

Wanneer je hart breekt,
voelt het alsof liefde voorgoed verdwijnt.

Maar liefde sterft niet met verlies.
Ze verandert van vorm.
Ze beweegt van buiten naar binnen,
van samenzijn naar herinnering,
van huid naar ziel.

Ze laat zich voelen en zien in tekens.

Vertrouw erop dat er, voorbij het rauwe gemis,
opnieuw liefde zal bloeien.
Misschien trager.
Dieper.
Wijzer.
Maar nog altijd levend.

Rouwen na verlies, groeien met je gebroken hart

Op een dag zul je merken
dat de rouw niet weg is,
maar dat jij gegroeid bent in je vermogen om haar te dragen.

Je zult wakker worden,
de geur van koffie ruiken,
een vogel horen zingen,
de zon op je hart voelen schijnen
en beseffen dat de wereld is blijven draaien,
ook terwijl jij brak.

En dat jij, hoe onvoorstelbaar ook,
nog leeft.
Niet ondanks de pijn,
maar ermee.

Je bent niet meer wie je was.
Je hart is niet hetzelfde.
Maar het klopt nog.
En misschien zelfs… wijzer. Zachter. Dieper.

Zoals een kom die ooit viel
en opnieuw gelijmd werd met gouden lijnen,
niet om de barsten te verbergen,
maar om ze zichtbaar te maken
als littekens van liefde.

Liefs,
Chantal 🤍

PS. Heb jij het gevoel dat je niet verder komt na je verlies?
Blijf niet te lang tobben of aanmodderen in je eentje.
Zoek hulp, het helpt je echt verder.
Er zijn prachtige rouwcoaches die je hierin kunnen begeleiden.


En in mijn boek De Dienstmaagd vind je troost, begeleiding en zachte rituelen voor tijden van verlies. En ook hoe je meer kunt leven met die nieuwe vorm van liefde en de tekens die er zijn. Ook voor jou.

Volgende
Volgende

Zacht is de nieuwe kracht