De kracht van rouw – Een weg naar troost en hoop
Toen ik Karin ontmoette, een vrouw die haar dochter Kelsey verloor, voelde ik niet alleen haar verdriet, maar ook de machteloosheid die vaak gepaard gaat met een verlies.
Kelsey, een vrouw van achtentwintig jaar, was weggegleden, niet zomaar, maar door een overdosis. Het is een woord dat veel van ons niet graag horen, en toch raakt het ons soms plotseling zo dichtbij. Achter elk leven dat we verliezen, aan bijvoorbeeld verslaving of zelfdoding, schuilt een verhaal van onzichtbare strijd, van pijn die vaak zo groot is dat het haast niet te dragen lijkt. En achter die verloren levens staan ook de moeders, vaders, en vrienden die hebben gevochten om hun geliefden te redden, vaak tevergeefs.
"Hoe ga ik verder?" vroeg ze. "Hoe geef ik mezelf weer over aan het leven?" Het zijn vragen die we allemaal op een bepaald moment kunnen stellen, of we nu te maken hebben met een dood door verslaving, een onverwacht ongeluk, een lange ziekte of een verlies dat op andere manieren zijn tol heeft geëist.
Rouw kan ons overvallen en verlammen, maar paradoxaal genoeg is het ook een bron van kracht. Als we onze tranen de vrije loop laten, worden ze tot een bron van heling. Ze voeden de verborgen tuinen van ons innerlijke landschap, waarin nieuw leven kan ontkiemen. Tranen laten ons toe om onze pijn te voelen en om zo de liefde die we koesteren voor onze dierbare levend te houden.
Maar het rouwen om een verloren geliefde vraagt ook om zachtheid en geduld voor onszelf. Het vraagt om ruimte en tijd, om momenten van overgave waarin we niets hoeven doen of oplossen.
Het is in die momenten van diepe stilte dat we soms hun aanwezigheid het sterkst voelen – in een zonnestraal, een lied op de radio, een geur die plotseling opkomt. Deze kleine tekens helpen ons te beseffen dat de liefde blijft, dat onze geliefden altijd een manier vinden om ons te bereiken. Ze zijn nooit ver weg; het enige wat we hoeven te doen, is ons hart open te stellen.
Rouwen betekent soms ook leren accepteren dat de wereld niet altijd loopt zoals we hopen. Het verlies van een kind, zoals in Karin’s geval, gaat tegen het natuurlijke gevoel in dat ouders hun kinderen niet zouden moeten overleven. Toch gebeurt het, en we moeten leren leven met die pijn. We moeten, zoals Karin, ons openstellen voor het onzichtbare: de verbinding die onze verloren dierbaren met ons blijven houden, en het vertrouwen dat zij nu hun rust hebben gevonden.
Voor ons allemaal die door een verlies zijn gegaan, of misschien nog steeds in het diepe water van rouw zwemmen, wil ik zeggen: liefde blijft, hoe rauw of pijnlijk de afwezigheid ook is. Het kost tijd om opnieuw adem te halen, om je weer over te geven aan het leven. Maar diezelfde liefde die nu zo’n groot gemis achterlaat, geeft jou ook de kracht om weer op te staan.
Rouw vraagt ons om te herinneren en om verder te gaan met een nieuw soort verbinding – een spirituele band die ons overstijgt en die ons helpt om elke dag met een open hart tegemoet te treden. En met die wetenschap, met dat vertrouwen, vinden we stapje voor stapje de weg terug naar het leven, naar hoop en troost die ons helpen om verder te gaan, met hun liefde voor altijd in ons hart.
Gedenk dit niet alleen gisteren, Allerzielen,
maar ook vandaag, morgen en volgend jaar.
Liefs,
Chantal
PS Over Karin schrijf ik uitgebreid in mijn boek De Dienstmaagd. Net als het verlies van mijn dierbaren en het geworstel met een dochter met anorexia. Wat heeft Karin geholpen, wat heeft mij geholpen. Meer tips en handvaten in rouw vind je in De Dienstmaagd.